Programma 10. Financieel beleid

We hebben lagere kosten van € 192.000 en hogere opbrengsten van € 1,2 miljoen. Per saldo een voordeel van € 1,4 miljoen. Dit heeft een aantal oorzaken.
De kapitaallasten zijn afgerond 1,6 miljoen lager dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door:
-lagere rentekosten van € 0,4 miljoen. De rentekosten zijn lager door achterblijvende investeringen. Hierdoor is het in 2024 niet nodig geweest om een langlopende geldlening af te sluiten (hoewel dit volgens liquiditeitsplanning wel noodzakelijk was).
-hogere renteopbrengsten van € 1,2 miljoen. Overtollig geld moeten we als gemeente "stallen" op de schatkist vanuit het Rijk. We ontvangen een behoorlijke rente op deze bedragen. Omdat de investeringen achterblijven is schatkistsaldo fors hoger geweest dan verwacht en ontvingen we een opbrengst van ruim € 1,2 miljoen. Daarnaast zijn er rente-opbrengsten van verstrekte leningen aan Pivot park en Wachtmeesters.

Tegenover dit voordeel staat een nadeel van € 0,3 miljoen door hogere rentekosten eigen vermogen. Deze kosten zijn hoger door een hogere reservepositie (waardoor we dus meer met eigen geld hebben kunnen financieren in plaats van met vreemd vermogen). Dit nadeel betekent een voordeel bij bespaarde rente voor hetzelfde bedrag (algemene baten en lasten).

We hebben een voordeel van € 170.000. Dit wordt vooral veroorzaakt door een hogere opbrengst voor niet-woningen (€ 0,1 miljoen), dit komt door waarde-ontwikkeling van de niet- woningen.
Daarnaast hebben we hogere inkomsten van € 84.000 door hogere invorderingskosten vanuit de BSOB. Dit zijn kosten die in rekening worden gebracht bij burgers bij niet tijdige betaling.

De totale algemene uitkering 2023 stijgt met € 1,7 miljoen ten opzichte van de begroting. Dit wordt veroorzaakt door:
1.Afrekeningen uit voorgaande jaren: voordeel van € 590.000. Dit wordt vooral veroorzaakt door afrekeningen over de jaren 2021, 2022 en 2023. Dit betreft vooral aanpassingen van maatstaven die definitief geworden zijn.
2.Positief effect uit de decembercirculaire 2024 voor het jaar 2024 van € 1.064.000. Dit voordeel bestaat uit de volgende onderdelen:
-aanpassing van het accres door een gecorrigeerde raming vanuit het CBS. Het bleek dat er landelijk een fout was gemaakt bij de septembercirculaire 2024. Dit is nu hersteld. Dit heeft structurele doorwerking. Daarnaast zijn een aantal maatstaven aangepast.
-extra uitkering voor landelijke beëindigingsregeling veehouderijbedrijven: € 39.000.
-extra uitkering externe veiligheidsrisico's: € 10.000
-extra uitkering spreidingswet: € 65.000
-extra uitkering vangnetconstructie energietoelage: € 136.000.
Voor een aantal posten stellen we voor om dit geld over te hevelen naar 2025.

We hebben € 0,2 miljoen aan lagere kosten en € 0,3 miljoen aan hogere opbrengsten. Per saldo hebben we een voordeel van € 0,5 miljoen. Dit heeft de volgende oorzaken:
-We hebben een administratieve correctie doorgevoerd vanuit het verleden. Dit levert nu een voordeel op van € 230.000. In 2024 bleek dat we kosten over jaren 2022 en 2023 voor het vergroenen van het Stadshart hadden geboekt als exploitatie terwijl dit geactiveerd moest worden op een daarvoor beschikbaar gestelde krediet
-Voordeel bespaarde rente (€ 0,3 miljoen): Het gaat hier over de interne rentekosten die we rekenen over ons eigen vermogen (de reserves). Omdat onze reservepositie de afgelopen jaren fors is gestegen, is ook de bespaarde rente aanzienlijk hoger. Dit is de rente die we besparen omdat we met eigen vermogen kunnen financieren. Deze bespaarde rente is echter een fictief voordeel omdat dit bij het product tresaury leidt tot een nadeel van € 0,3 miljoen. Per saldo is dit dus neutraal.

Het nadeel van € 0,3 miljoen wordt veroorzaakt door betaalde vennootschapsbelasting.