Rechtmatigheidsverantwoording

Verantwoordelijkheid college van burgemeester en wethouders
De baten en lasten alsmede de balansmutaties moeten getrouw in de jaarrekening worden opgenomen. Uit het getrouw opnemen van de baten en lasten alsmede de balansmutaties, blijken een drietal rechtmatigheidscriteria niet expliciet. Dit betreffen het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium. In deze rechtmatigheidsverantwoording licht het college van burgemeester en wethouders toe in hoeverre bij de in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties het begrotings-, voorwaarden-, en misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium zijn nageleefd. Dit houdt in dat de verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties in overeenstemming zijn met door de raad vastgestelde kaders zoals de begroting en gemeentelijke verordeningen en met bepalingen in de relevante wet- en regelgeving. Bij de waarderingsgrondslagen in de jaarrekening is het door de raad op 27-2-2025 vastgestelde normenkader van de relevante wet- en regelgeving verder toegelicht.

Deze verantwoording hanteert een grensbedrag omdat alleen de van belang zijnde aspecten in de verantwoording hoeven te worden betrokken. Deze grens is door de raad bepaald en bedraagt 1% (maximaal 3) van de totale lasten inclusief toevoegingen aan de reserves en is daarmee vastgesteld op € 4.761.287. De grondslag voor deze verantwoording is de Kadernota Rechtmatigheid 2024 van de Commissie BBV van oktober 2024.  

Bevinding
Het college stelt vast dat de omvang van de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties die niet rechtmatig tot stand zijn gekomen bedrag € 4.092.000 bedraagt. Dit is lager dan de daarvoor gestelde grens van € 4.761.287. Van de niet rechtmatig tot stand gekomen verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties is volgens het college overigens een bedrag van € 4.092.000 acceptabel op basis van door de gemeenteraad vastgestelde afspraken.  

In de paragraaf bedrijfsvoering is op basis van de Kadernota rechtmatigheid van de commissie BBV en op basis van de afspraken met de raad aanvullende informatie opgenomen over de financiële rechtmatigheid. In deze paragraaf heeft het college ook beschreven welke actie hij onderneemt om vermelde afwijkingen in de toekomst te voorkomen.    

Materiële fout in rechtmatigheidsverantwoording 2023.
De Kadernota Rechtmatigheidsverantwoording 2024 heeft de invulling van het begrip begrotingsonrechtmatigheid in de rechtmatigheidsverantwoording nader verduidelijkt. Op grond van deze verduidelijking blijkt dat de in de jaarrekening 2023 opgenomen rechtmatigheidsverantwoording alsmede de hierin opgenomen conclusie van het college dat de baten en lasten alsmede de balansmutaties 2023 rechtmatig tot stand zijn gekomen binnen de daarvoor gestelde grens materieel onjuist was. In de rechtmatigheidsverantwoording 2023 waren geen onrechtmatigheden opgenomen, de onrechtmatigheden waren gepresenteerd in de paragraaf bedrijfsvoering. In de rechtmatigheidsverantwoording 2023 zijn de rechtmatigheidsfouten inzake het begrotingscriterium voor een bedrag van € 4.445.000 te laag weergegeven. Deze rechtmatigheidsfout wordt veroorzaakt door een lastenoverschrijding van € 4.331.000 en een overschrijding investeringsbudgetten (kredieten) van € 114.000.

Inhoudelijk betreffen deze onrechtmatigheden acceptabele begrotingsoverschrijdingen (opgenomen in de Verordening artikel 212):
o    Kostenoverschrijdingen worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten.
o    Kostenoverschrijdingen passen binnen het beleid.
o    Kostenoverschrijdingen het gevolg zijn van openeinderegelingen.

Rekening houdend met deze onrechtmatigheden bedroegen de bruto onrechtmatigheden in 2023 € 4.445.000, hetgeen hoger is dan de verantwoordingsgrens van € 4.164.740. Het college is daarmee van mening dat de verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties 2023 onrechtmatig, maar acceptabel, tot stand zijn gekomen. De netto onrechtmatigheden 2023 bedroegen € 0.